LinkedIN discussies

Door: Maarten de Haan 20-3-2014

Categorieën
:
Columns,

Fanatieke prikbordvullers, twitteraars en bloggers opgepast. Wat hieronder staat overstijgt de 140 tekens, het duurt langer dan een elevator pitch, het is wolliger dan een oneliner. Inhoudelijk gaat het bovendien dieper dan like/unlike.

Onlangs ben ik begonnen met het plaatsen van discussies op LinkedIN, hetgeen best verslavend is. Geloof het of niet, maar door die discussies moest ik denken aan een achttiende-eeuwse filosoof en bisschop, George Berkeley. Berkeley volgde in zijn werk een gedachtenlijn die in zijn extreme vorm solipsisme (van solus, alleen, en ipse, zelf) wordt genoemd: het idee dat de materiële wereld enkel bestaat in de ogen van de waarnemer.

Een bekende filosofische vraag die Berkeley stelde is: als een boom omvalt in een verlaten bos, en niemand hoort het, heeft de boom dan wel geluid gemaakt? Hij vindt van niet, omdat alleen materiële dingen die door het subject ervaren worden ook echt bestaan.

Slordig kun je solipsisme ook vertalen als: ieder mens leeft in de kaasstolp van zijn eigen werkelijkheid. Herkenbaar, nietwaar? Zelf hoor ik mezelf wel eens praten en denk: hoor ik nou alweer die oude plaat? Weer dat ene stokpaardje?

Of, om bij het onderwerp LinkedIN te blijven: waarom kies ik er eigenlijk voor om discussies te plaatsen op het internet? Nou, uit ijdeltuiterij natuurlijk. Heel stilletjes hoop je dat iemand in politiek Den Haag het leest en zegt: “die De Haan is zo scherp, die moeten we maar snel uitnodigen om een advies uit te brengen over re-integratie, verzuim en dat soort zaken.”

Deelnemers aan een LinkedIN-discussie zijn niet anders. Ze zijn gevangen in hun eigen huid, slagen er niet in over hun eigen schaduw te stappen, weten niet hoe ze zichzelf opnieuw moeten uitvinden. Soms moet je je zelfs afvragen of het woord ‘discussie’, in de zin van uitwisseling, wel op zijn plaats is.

Een voorbeeld. In een recente bijdrage aan de discussiepagina van de Matchpartner LinkedIN Groep wilde ik aankaarten dat het overheids-beleid om oudere werknemers direct na ontslag aan het werk te krijgen “niet praktijkgericht, niet creatief, niet positief maar negatief, vooroordeelbevestigend” is.

Hierop kwamen veel reacties, inmiddels bijna negentig. Maar ging het over de dienstverlening aan ervaren werknemers die net WW hebben aangevraagd? Neen. Vooral het eigen verhaal kwam naar voren in comments als “Ben zelf een jonge mid-vijftiger. Welke inspirerende organisatie durft? Ik ben er klaar voor….”

Ook werd de problematiek in een ongrijpbaar groter kader geplaatst: “Persoonlijk denk ik dat de hele economische puinzooi die er nu in de VS en Europa is voornamelijk te danken is aan de jongere generatie managers die alleen nog maar geleerd hebben te denken aan hun korte termijn bonussen en een totaal gebrek aan strategische horizon denken hebben.”

Middels een interventie probeerde ik een paar keer terug te komen bij het oorspronkelijke onderwerp, maar al snel ging het weer over van alles en nog wat: “Zelfreflectie en zelfontdekking is wat ik nog beter heb geleerd”, “Heel vaak is die kruiwagen dichter in de buurt dan je denkt” en “Elke generatie heeft zijn eigen collectieve energie of bewustzijnsveld. Die velden vertalen zich op individueel niveau in een -aanvankelijke onbewuste- oriëntatie op de wereld”.
Et cetera, et cetera.

Nadat ik het allemaal weer eens had doorgelezen kwam in me op: misschien is het helemaal niet zo verkeerd als wat je niet ziet er ook niet is. Ik klapte de laptop dicht en nam me voor een fijne wandeling te maken. In een verlaten bos.

Geschreven door: Maarten de Haan
Op persoonlijke titel geschreven