MUG en olifant

Door: Maarten de Haan 20-3-2014

Categorieën
:
Columns,

Gratis blaadjes zijn vaak de moeite waard. Vroeger hadden de Nederlandse Spoorwegen het maandblad Rails, met de diepte-interviews van Pieter Webeling als hoogtepunt. Je zou er haast een keertje extra de trein voor nemen. De directie van de Spoorwegen vond dit magazine echter een paar jaar geleden 'te elitair' en 'niet aansluiten op het brede publiek dat met de trein reist'.

Ook fiets ik wel eens een blokje om, teneinde in een bioscoop het gratis filmblad Preview mee te nemen. Een regelrechte culthit in mijn omgeving is verder de Ditjes & Datjes, het huisblad van supermarktketen Dirk van den Broek. Vanwege de geestige bijschriften, de ingezonden brieven rubriek en de appetijtelijke foto's van Hollywoodsterren in badkleding.

Op een minder aards niveau is er het weekblad Intermediair, onmetelijk interessanter dan, zeg, het Tijdschrift voor Coaching. En was er De Pers, de onlangs ter ziele gegane uitdeelkrant, die bijna dagelijks scherper was dan de NRC Next.

In de regio waarin ik woon, stedelijk Noord-Holland, is de laatste tijd het Maandblad Voor Uitkeringsgerechtigden -kortweg “MUG”, met de vondst van een olifant als logo- in opmars. Het blad heeft bekende cartoonisten Peter van Straaten en Joep Bertrams weten te strikken, alsmede de soms wat gemakzuchtige onderzoeksjournalist Pieter Hilhorst. Tot voor kort was Hilhorst op televisie te zien als Vara’s Ombudsman, een linkse variant op 'Breekijzer' Pieter Storms met bijbehorende verontwaardiging.

MUG heeft roots in de kraakbeweging en is uiterst kritisch op de powers that be, maar is journalistiek volwassen. Hoor en wederhoor staan hoog in het vaandel. Werkgeversvoorzitter Bernard Wientjes is even welkom als de radicale activiste Joke Kaviaar. Sterker nog, Wientjes werd onlangs in het tijdschrift uitgebreid aan het woord gelaten.

In het recente aprilnummer van het MUG levert de focus op 'het gezichtspunt van minima in het algemeen' en het streven naar journalistieke onafhankelijkheid mooie contrasten op. Een greep uit de thema’s: Schrijnende gevallen bij armoedegesprekken in Oost, Weer meer Amsterdammers naar de Voedselbank. Een impressie van de vurige speech die Henk van der Kolk van FNV Bondgenoten hield op een protestbijeenkomst over de WSW: “Het NEE-NEE-NEE galmt uit duizenden kelen over het grasveld”.

Dan stapt op pagina 7 een olifant de porseleinkast binnen, in de persoon van de in werkelijkheid ook stevig uitgevallen oorlogscorrespondent Arnold Karskens. Interviewer Jos Verdonk vraagt hem naar zijn ervaringen, waarop Karskens verzucht:

“In al die jaren heb ik veel armoede gezien. Er zijn twee soorten: fysieke en geestelijke armoede. In Europa en Amerika zie je vooral die laatste soort. De echte, fysieke armoede stuit me zwaar tegen de borst. (...) In Calcutta wonen mensen tot op een meter afstand van de treinrails. Dat is hard. Met die mensen heb ik veel medelijden, vooral met de meisjes en vrouwen. Die worden van kinds af aan in een bepaalde positie gedwongen: jong trouwen met een ouwe kerel, verplicht bedelen. Ja, dat is èchte armoede.”

“Als je die gezien hebt, mag je nooit meer praten over armoede in Nederland. Dat is een belediging voor al die miljoenen mensen over de hele wereld die het echt slecht hebben. (...) In Nederland kun je altijd iets van je leven maken, ook als het tegenzit. Je hoeft hier niet van de honger om te komen. Daarom heb je ook de plicht om die kansen te pakken. Weiger je dat, dan heb je daar vooral jezelf mee en is het je eigen stomme schuld als het niks wordt. Dat noem ik geestelijke, psychische armoede.”

Je hoeft het niet met Arnold Karskens (of met Theodore Dalrymple, aan wie dit betoog erg doet denken) eens te zijn. Maar die verscheidenheid aan meningen in één blad is mooi. Dat zie je niet in de betaalde bladen.

Geschreven door: Maarten de Haan
Op persoonlijke titel geschreven