Werk zoeken is net daten

Door: Maarten de Haan 15-2-2015

Categorieën
:
Columns,

Enkele weken geleden had ik het genoegen voor het eerst Renzo Verwer te ontmoeten. Renzo is de schrijver van een paar boeken en prettig gezelschap. Grappig aan Renzo is: hij presenteert zich als een nobody, maar is een somebody. Dat geeft ook een mooie tegenstelling in zijn werk.

De thema’s die Renzo tot nu toe oppakt zijn de onderwerpen waar hij zelf tegen aanloopt in het dagelijks leven. Zo schreef hij een boek over daten, De Liefdesmarkt, waarin hij vooral afrekent met de zijns inziens veel te overheersende rol van wispelturige en veeleisende vrouwen in de singles-arena.

De machteloosheid van ‘elckerlijc’ tegenover the powers that be in De Liefdesmarkt vindt een equivalent op de arbeidsmarkt in het nieuwste boek van Renzo, waarin hij zich stort op het lot van de werkloze mens. In Waar Blijft Die Baan? ontleedt hij een tiental sprookjes over de arbeidsmarkt. Renzo was zelf langere tijd werkloos, maar werkt inmiddels met veel plezier bij een Amsterdams antiquariaat.

Waar machtsongelijkheid tussen de seksen in De Liefdesmarkt het thema was, is het hier een eenvoudig rekensommetje: we hebben 600.000 werklozen en 120.000 vacatures. Als werkloze ben je een kansloos blad in een wilde, of misschien juist een dodelijk stille zee.

Renzo lijkt niet te vinden dat het een kwestie van focus en inzet is. Malcolm Gladwell in het boek Outliers beschrijft bijvoorbeeld hoe veel -zo niet alle- succesvolle mensen dat te danken hebben aan het feit dat ze zich ergens minimaal 10.000 uur intensief mee bezig hebben gehouden. Maar dat zijn de mensen die wisten wat ze wilden en moesten gaan doen. Verwer kiest voor het gezichtspunt van de richtingloze op de arbeidsmarkt, de nobody.

En daar heeft hij eigenlijk wel gelijk in, als we kijken hoe het geregeld is in Nederland. Recruiters, coaches, politici, allen gaan zij uiteindelijk uit van de premisse dat iedereen die wil werken, kan werken. Renzo trekt zich het lot aan van degene die wil werken, en niet aan de bak komt.

Wat zijn de sprookjes die Renzo Verwer zoal ontmaskert? Heel basic. “Als je geen baan hebt, ben je niet flexibel genoeg.” “De vrije markt en het nieuwe, flexibele werken gaat ons redden.” Of: “Meer scholing en re-integratiebureaus helpen ook jou aan een baan”. Au.

De schrijver spaart niemand in Waar Is Die Baan? Soms maakt hij zich druk over de 'boven ons geplaatsten', een term die hij van Theo van Gogh leent. Dan weer vindt hij dat werklozen niet zo’n slachtofferrol aan moeten nemen. Hij laakt het “restant van de romantische gedachte uit de negentiende eeuw” dat het werkende leven groots en meeslepend moet zijn, en dat wij “allemaal uniek en bijzonder zijn.”

Zelf zit ik in dat ene verdachte clubje, als voormalig re-integratieconsulent en nu recruiter. Toch heb ik altijd gevonden wat Renzo ook zegt: geen ingewikkelde coaching met almaar praten, praten en praten, maar dóén, bemiddelen. Want mensen willen gewoon een baan, niet meer en niet minder.

Zelf zegde ik eind 2001 mijn baan op als personeelsconsulent bij het Centrum voor Werk en Inkomen, de voorloper van het huidige UWV Werkbedrijf. NRC-journalist Maarten Huygen schreef er een stukje over en tekende op: “om mensen aan het werk te helpen moet De Haan elders zijn.”

Wat was gebeurd? Ik wilde mij, steeds meer, volledig met banen zoeken en banen creëren bezighouden, zag dát als mijn beroep. Maar 'de boven mij gestelden', om ook maar eens Van Gogh aan te halen, vonden op een gegeven moment dat de markt dat maar moest doen. Tsja, toen ben ik maar op die markt gaan werken. Want daar gebeurde het.

Als ik er zo op terugkijk is het zelfs een beetje contrecoeur dat ik in de werving en selectiebranche ben gaan werken. Want mensen die goed kunnen bemiddelen moeten eigenlijk vooral voor de overheid werken, om werkzoekenden zoals Renzo was, die willen maar niet succesvol zijn, aan het werk te helpen.

Geschreven door: Maarten de Haan
Op persoonlijke titel geschreven
Lees meer columns