Je bent zo oud als je je voelt. Een gezegde waarmee wordt uitgedrukt dat je je nog prima een jonge god kunt wanen, ook al ben je al lang geen twintig meer. Maar ook het omgekeerde komt voor: sommige mensen staan al vroeg in het leven in de pensioenstand en lijken het opgegeven te hebben nog een maatschappelijke rol te spelen.
Wat de ‘jonge goden’ betreft had ik laatst een vrolijk makende ervaring. Ik ging op zoek naar een gepensioneerde arts die een paar uurtjes zou willen werken in een psychologenpraktijk in Amsterdam. Mooie gelegenheid een aantal oude bekenden te bellen, artsen die ik ooit had leren kennen, maar een beetje uit het oog verloren was. Het waren gesprekken waar ik energie van kreeg.
De ene zeventiger was druk met de kleinkinderen, maar deed er twee dagen in de week rijbewijskeuringen naast. Een ander was vrijwilligerswerk gaan doen met demente ouderen. Ze namen monter de telefoon op. Geen van hen zat, mentaal of fysiek, achter de geraniums.
Voor anderen voelt de ‘ware leeftijd’ heel anders. Mijn ervaring is dat mensen zich al vanaf de tedere leeftijd van veertig jaar volledig uitgerangeerd kunnen voelen. En het erge is: vaak is het een self-fulfilling prophecy. Werkloze kandidaten die in een intake al na een paar zinnen te berde brengen dat het ‘waarschijnlijk de leeftijd‘ is.
Wij recruiters zijn een volk apart: rasoptimisten, brengers van de blijde boodschap. Dat is onze modus operandi. Wij vinden dat op de arbeidsmarkt ‘op ieder potje wel een dekseltje past’. Die gretige houding matcht slecht met het stugge houding van sommige werkzoekenden, die inmiddels meer met de werkmap van het UWV bezig zijn dan met banen en sollicitaties.
Er zijn werkzoekenden die één en dezelfde sollicitatiebrief aan honderd werkgevers sturen en dan nog verbaasd zijn dat er niet gereageerd wordt. Een psychologe uit Drenthe stuurt mij zelfs om de paar dagen een sollicitatie: vacatures variërend van maatschappelijk werker tot leidinggevende, van Zeeland tot Limburg. En dat al jaren lang.
Dat werkgevers en recruiters zich afkeren van mensen die het zelf ook al hebben opgegeven is begrijpelijk, maar toch vind ik dat je moet oppassen met te snel de handdoek in de ring te gooien. Als je dertig jaar je eigen brood hebt verdiend heb je er misschien helemaal geen trek meer in om jezelf te verkopen.
Daar dienen wij rekening mee te houden. Niet iedere sollicitant met een in onze ogen inefficiënte houding is klaar met de arbeidsmarkt. Het is de taak van werkgevers en recruiters om mensen uit te dagen, hen te vragen hun teleurstellingen opzij te schuiven en weer mee te doen.
Zodra dat lukt verandert ‘je bent zo oud als je je voelt’ in ‘je bent zo jong als je je voelt’.
Maarten de Haan
Op persoonlijke titel geschreven