Hoe vaak hoor je leeftijdsgenoten van mij (eind vijftig / begin zestig) niet zeggen: "Hoe lang moet jij nog?" Deze mensen zijn in hun hoofd veelal meer met hun pensioen bezig dan met hun werk.
Als voorzitter van een winkeliersvereniging zie ik dit gedrag ook bij sommige detaillisten zonder opvolger. Ze hebben een zeker niveau bereikt met hun winkel en nu dieselen ze een beetje uit. Er wordt niet meer vernieuwend gedacht en alles blijft dus een beetje bij het oude. Ze weten wel dat stilstand achteruitgang is, maar de fut ontbreekt. Alsof ze met Lodewijk de 15e denken: na mij de zondvloed.
Het werk speelt bij deze mensen niet (meer) de centrale rol in hun leven. Het is als een Van der Gijp, die niet voetballen zijn passie vond, maar lekkere wijven. En alleen tot scoren te brengen viel, als Gullit de andere dag als beloning met hem het Amsterdamse nachtleven indook. Met dat vooruitzicht ging hij als een speer!! (bron: Hans van Breukelen)
Het brengt je tot de vraag; waarom werk je eigenlijk? Waarom stort je jezelf elke ochtend weer in de file, bent 8 uur lang onder collega’s (waarvan er vast enkele zijn die je nooit tot je vrienden zou willen rekenen), en tuf je elke avond weer het hele stuk terug? Veel mensen stellen zichzelf die vraag niet, dùrven zich die vraag niet te stellen omdat ze het antwoord vrezen! En dan komt die andere vraag: "Hoe lang moet jij nog……?"
Onderzoek naar de vraag voor wie mensen werken, heeft geleerd, dat maar een klein deel antwoordt dit voor de baas, voor de klant of voor de Belastingdienst te doen. Het merendeel zegt het voor zichzelf te doen. Als je dan werkt voor jezelf, dan moet je dus ook werk doen dat overeenkomt met wat je echt wilt. Prestaties leveren, je top halen, lukt alleen als je plezier aan je werk ontleent. Als dat plezier weg is, ben je als collega ook niet meer te harden. En er zijn vele factoren die dat plezier kunnen beïnvloeden.
Wij spreken bij Matchpartner bijvoorbeeld veel Specialisten Ouderengeneeskunde, oftewel verpleeghuisartsen. Wat deze professionals, in de regel, delen is een passie voor de oudere mens. Hoe je die een waardige en zinvolle oude dag kan geven, zo veel als mogelijk vrij van pijn en ongemakken. Maar daarnaast zijn er vele verschillen in passie. Sommigen zijn gedreven vat te krijgen op de omstandigheden en de randvoorwaarden waarin ze hun werk moeten doen. Welke processen spelen er zich daarom heen af. Zij bekwamen zich in management.
Dan zijn er de artsen die gefascineerd zijn door een bepaald deelgebied, bijvoorbeeld de mondzorg of lichttherapie. Zij doen onderzoek en zetten projecten op die een enorme impact kunnen hebben op het welzijn van de oudere. Weer anderen voelen zich helemaal in hun natuurlijke rol als het gaat om verbindingen leggen met partners buiten het verpleeghuis. Zij storten zich op de ketenzorg.
Tenslotte is de setting belangrijk. De één prefereert een kleine organisatie: overzichtelijk, dicht bij uitvoering én beleid. Een ander is als een vis in het ruimere water van een grote organisatie die meer mogelijkheden biedt.
Mensen met een ander beroep hebben uiteraard soortgelijke verschillen in aanleg en belangstelling. Daarom vragen we de kandidaten die wij spreken naar hun passies. Waar worden ze warm van. Wat drijft hen. Wat voor soort omgeving past bij hen. Want pas als je je passies kent weet je welk soort organisatie bij de kandidaat past en waar hij of zij kan groeien.
Werk is te belangrijk om af te doen met uitsluitend de vraag “Hoe lang moet jij nog?” !!
Jules de Vries.
Op persoonlijke titel geschreven
Geïnspireerd op een lezing van Hans van Breukelen,
oud keeper van het Nederlands elftal