Kort geleden was hij weer bij Nieuwsuur, Aad Koster, de directeur van Actiz, om uitleg te geven over de grieven van de branche organisatie van de ouderenzorg. Het CIZ indiceert zo streng, dat mensen vanuit de revalidatiezorg van het verpleeghuis naar huis gestuurd worden terwijl dat echt niet kan.
Een paar weken daarvoor was er een tweetal verpleegkundigen bij Pauw en Witteman, naar aanleiding van een stukje dat een van hen had geschreven over een volstrekt onterechte overplaatsing van verpleeghuis naar huis. Ik citeer:
“Ze zal met een brancard naar binnen in haar te kleine huisje worden gereden. Daar komt ze in een rolstoel in een luier. Daar zal ze de rest van haar leven blijven zitten . Dankzij haar heldere geest, onmisbaar in de zorg voor haar inmiddels overleden demente man.. De heldere geest, die haar in staat stelt op een belletje te drukken en dat is een teken van zelfredzaamheid. Welkom in de verzorgingsstaat.”
In 1987 werd ik directeur van verpleeghuis Bernardus in Sassenheim. In die periode indiceerde de maatschappelijk werker van het verpleeghuis zelf, waar nodig samen met de arts. En af en toe kwam onverwacht Focqueline van Genderen langs, een ervaren verpleegkundige van de zorgverzekeraar, die alles al wel eens had gezien.
Zij ging na of alle bewoners van het verpleeghuis er wel terecht lagen. Ze hield een oogje in het zeil. Niks aan de hand en zelden problemen. Er was vertrouwen dat je je zaakjes goed regelde en Focqueline kende haar mensen. Zij hield in een paar dagen per maand in haar eentje een stuk of tien verpleeghuizen bij. Hoe simpel kan het zijn!!
Uiteraard kende dit model zwakheden. Immers: indiceren al die maatschappelijk werkers wel gelijk? En gaat het er altijd eerlijk aan toe? Dus is er in de jaren daarna een heel circus aan regelgeving en uitvoeringsinstanties opgetuigd, die veel geld kosten. Geld dat niet kan worden besteed aan het helpen van mensen.
Het wantrouwen is gaan regeren. Alle risico’s op fraude moesten worden afgevangen. En er is een maakbaarheidsideaal van rechtvaardigheid nagejaagd, dat nu, ruim 25 jaar later volledig blijkt te falen. Het indiceren lijkt te zijn verworden tot een instrument van bezuinigen.
Jaap Peters en Matthieu Weggemans schreven in 2009 “Het Rijnlandboekje” een korte en handzame uitleg over het verschil tussen het Angelsaksische denken en het Rijnlandse denken. Het Angelsaksische denken reguleert beslissingen langs lijnen van processen en procedures en naarmate die te nemen beslissingen ingewikkelder worden, wordt het aantal regels ook steeds groter. Het Rijnlandse denken gaat uit van de vakbekwaamheid van de organisatieleden en hun vermogen om in moeilijke situaties zelf tot een oordeel te komen.
Heel grof gezegd is dit het verschil tussen de modellen: regeltjes tegenover vakkennis. En dat is precies wat er is gebeurd met dat hele indicatieverhaal. De vakbekwaamheid om op basis van kennis te oordelen wat wijs is in een concrete situatie heeft plaatsgemaakt voor consequente regeltjes en de Duitser zei het al: “Jedem consequenz führt zum teufel”
De roep om terug te keren naar het Rijnlandse model wordt steeds luider. Laat de wijkverpleegkundige in overleg met de huisarts bepalen welke thuiszorg nodig is. Laat de verpleeghuisarts samen met de maatschappelijk werker beoordelen of ontslag naar huis echt kan. Geef de beroepsbeoefenaars de ruimte om zelf de zaakjes te regelen. Het hele concept van Buurtzorg is op dit uitgangspunt gebaseerd. Leidt mensen op tot vakbekwame zorgwerkers en geef ze de ruimte hun vakbekwaamheid uit te oefenen.
We merken aan de vragen die onze kandidaten -hoog gekwalificeerde medewerkers in de zorg, zoals psychiaters, artsen, gespecialiseerde verpleegkundigen en BIG-geregistreerde psychologen- stellen, dat organisaties die deze principes consequent proberen toe te passen in hoger aanzien staan. Voor dat type organisatie is belangstelling.
En de terugtredende overheid kan hier op inspelen door echt terug te treden en de regelgeving op het terrein van de indicatiestelling nu echt terug te leggen waar die hoort: bij huisarts en verpleeghuisarts, zij die zien wat er echt aan de hand is. Met ergens een ervaren Focqueline van Genderen om de boel een beetje in het oog te houden.
Geschreven door: Jules de Vries
Op persoonlijke titel geschreven