De Zembla-reeks getiteld De Verzuimpolitie, over de praktijk van aanpak van ziekteverzuim binnen bedrijven, ligt alweer een aantal jaar achter ons.
Misschien herinnert u de beelden nog: een anoniem bedrijfspand in Twente, verdachte hoofden met headsets op, dreigende muziek en een ronkende voice-over die een belangrijk deel van de arbodienstverlening in Nederland, de zogenaamde casemanagementbedrijven, eigenlijk al aan het begin van de uitzending neerzette als onbetrouwbaar.
Er werd gefilmd binnen een “commercieel bedrijf” gericht op beheersing van ziekteverzuim. “Dit is geen arbodienst waar dokters werken,” zegt de stem op de achtergrond, “maar een kantoor met callcentermedewerkers. Zij bepalen of de ziekmelding wel terecht is.” En iets later: “Is de zieke werknemer ‘handel’ geworden?”
Een aantal casemanagers van het bedrijf kwam met naam en gezicht in beeld. In de dagen na de uitzending zullen zij zich waarschijnlijk niet zo snel op straat begeven hebben. Want wat bleek: er werden allerlei medische gegevens opgevraagd en vastgelegd door niet-medici. Dat mag niet volgens de Wet Verbetering Poortwachter, de wet die de aanpak van ziekteverzuim regelt.
Hoe het afliep is bekend: juristen, politici en niet te vergeten de bedrijfsartsen reageerden zeer verontwaardigd. Er kwamen Kamervragen. Het bedrijf, VerzuimReductie, dat vanaf 2005 door jan en alleman -ook politici!- omarmd werd, dat allerlei prijzen won, zoals de Deloitte Fast50 award, de FD Gazellen Awards en genomineerd werd voor de High Growth award, ging roemloos ten onder.
En toch, als je de gesprekken met casemanagers los ziet van de uitzending worden er niet hele vreemde dingen gezegd. De casemanagers willen vooral te weten komen wat mensen nog wèl kunnen, hoe ze het best kunnen terugkeren in werk. Zembla beweert dat zij “op de stoel van de dokter gaan zitten”, maar dat blijkt niet uit de opgenomen gesprekken die je hoort in de uitzending.
Bovendien, een casemanager -of dat nu de leidinggevende van een ziek gemelde medewerker is, een medewerker P&O of iemand bij een arbodienst- ontkomt er niet aan om op enig moment meer te weten te komen over het ziektebeeld. En het zou wel heel lastig worden als zij de klachten niet meer mogen aanhoren. Naar aanleiding van drie Verzuimpolitie uitzendingen verscheen op HRzone een grappige column van Herman Evers over medewerkers van een bedrijf, die werden betrapt op het “te grabbel gooien” van hun eigen privacy:
“Werknemers vertelden in geuren en kleuren over de medicijnen en therapiegesprekken, ze wisten niet van ophouden. (…) Sommige leidinggevenden werden zo erg onder druk gezet om het hele verhaal aan te horen, dat ze er melding van hebben gemaakt bij de vertrouwenspersoon.”
Inmiddels hebben bedrijven geleerd van het Verzuimpolitie-drama. Er zijn allerlei veranderingen doorgevoerd op het gebied van privacybescherming. In mijn dagelijks werk zie ik een groeiende diversiteit in functies. Zo zie ik steeds meer vraag naar functies die meer te maken hebben met verzuimpreventie naast de functies die meer gericht zijn op de verzuimbegeleiding, oftewel: het ziek wòrden tegengaan.
Het profiel waar onze opdrachtgevers momenteel naar zoeken is anders dan een jaar geleden. Casemanagers krijgen –binnen de bekende grenzen wat betreft gevoelige informatie- weer meer de regie en komen vroeger in het spel. De casemanager als visitekaartje van een verzuimbedrijf.
Hierdoor wordt, naast kennis van de Wet Verbetering Poortwachter en het overzicht hebben in verzuimdossiers, het voeren van regie steeds belangrijker. Casemanagers krijgen een spilfunctie tussen werkgever en werknemer. En ook van bedrijfsartsen wordt steeds meer een rol als relatiebeheerder verlangd.
Al jaren gaat de bedrijfsarts mee op klantbezoek om de visie op verzuim duidelijk te maken, maar momenteel zie ik dat er vooral bedrijfsartsen gezocht worden die naast spreekkamerwerk ook een adviserende rol op zich kunnen nemen. Waar komt verzuim vandaan? Is er een patroon te ontdekken? Moet er niet ook kritisch naar een leidinggevende gekeken worden, als er zoveel mensen zich ziek melden?
U zegt misschien, ziekteverzuim regisseren, dat kan toch helemaal niet? Of, om met Zembla-maker Ton van der Ham te spreken, “ziek is toch ziek”? Dat is de klok terugzetten. We weten immers dat het vaak ingewikkelder is dan dat, dat sociale omstandigheden en gedrag een grote rol spelen.
Maar die discussie: liever een andere keer…!!
Maarten de Haan
Op persoonlijke titel geschreven
Lees meer columns
Na de Verzuimpolitie
Zembla heeft enerzijds zaken ter discussie gesteld en in de openbaarheid gebracht, maar heeft anderzijds geen ethische afweging gemaakt welke middelen het doel dienden.
In elk geval was ik mijn baan en toekomstperspectief kwijt... en velen met mij. Tijd om zaken te verbeteren werden ingehaald door het belang nieuws te willen brengen. Ik was er getuige van dat interviews niet in de reportage zijn opgenomen en afspraken over opnames zijn geschonden, en zou graag zien dat de werkwijze van Zembla eens onder de loep was genomen... een nieuwsitem pur sang.
Uiteraard sta ik nog steeds volledig achter zorgvuldige gegevensverwerking aangaande ziekteverzuim. Maar ook achter zorgvuldige journalistiek.
Zelf was ik jarenlang casemanager in een bedrijf en heb daar uitzonderlijke resultaten gehaald, zowel in het kortdurend als in het langdurend verzuim. Toch is het mijn ervaring dat het voor een casemanager van buiten niet mogelijk is om de juistheid van verzuim goed vast te stellen. Dat kan alleen iemand doen die precies weet welke werkzaamheden de betrokkene heeft. Bovendien ben ik van mening dat je een bedrijfsarts alleen dan moet inschakelen als zijn medische opinie ook iets toevoegt aan het herstel en de reïntegratie.
De casemanager of adviseur zou zich moeten beperken tot het leren van een organisatie hoe ze zelf de regie in hand kunnen nemen.